Als je op de hoogte wilt blijven van nieuwe blogs, dan kan je hieronder je mailadres invullen.

donderdag 6 september 2018

Hoe doe jij dat?

Vrijheid, blijheid en betekenis. Dat zijn de streefdoelen in het leven. Zo lees ik in het boek ‘Steeds leuker’ door Jelle Hermus. Ik vind dat hele mooie doelen om naar te streven. Maar hoe doe je dat?



Ik denk dat die vrijheid voor mij zit in niet moeten of hoeven. Niet op vaste tijd op hoeven staan, niet meteen onder de douche, aan het ontbijt en wegwezen. Gewoon rustig aan, doen wat jij wilt, op de tijd dat jij het wilt. Ik denk dat die vrijheid ook zit in het lekker naar buiten gaan. Op de fiets stappen en de natuur in, of de schoenen aan en wandelen. Verder ben ik er nog niet uit wat die vrijheid voor mij inhoudt. Een grote stap die ik inmiddels genomen heb om van die vrijheid te genieten is dat ik dit jaar drie dagen in de week werk en dus vier dagen vrij ben. Een volgende stap weet ik nog niet.



De blijheid volgt wat mij betreft op de vrijheid. Van die vrijheid word ik blij. Van het niet hoeven of moeten word ik vrolijk. Van geen verplichtingen kan ik genieten. Van het buiten zijn in de natuur word ik opgewekt. Maar ik word ook blij als ik de ruimte heb om met mensen af te spreken. Of van theaterbezoek, lekker lunchen en tijd hebben om iets lekkers te koken of bakken. Maar ook rust om de leuke kanten van het onderwijs voor te bereiden. 
Een tip uit het boek, om je bewust te worden van waar je blij van wordt, was het bijhouden van een soort dagboek. In dat dagboek zoek je naar dingen waar je die dag dankbaar voor bent. Door dit bij te houden word je steeds meer gericht op dingen die fijn zijn. Hier ben ik ook mee begonnen.



De betekenis vind ik nog wat vager. Ik denk dat dat voor mij zit in de tijd hebben voor vrienden, aandacht hebben voor de mensen om me heen, contact maken met anderen. Maar ook in nadenken over de wereld, over wat er gebeurt en daarover praten. Daarnaast denk ik ook dat het zit in werken. Door mijn werk kan ik van betekenis zijn voor een ander. Betekenis is het doel waarbij ik nog zoek naar de betekenis ervan.

Een fijne tip in het boek, vind ik, dat je alles in kleine stapjes kunt aanpakken. Je hoeft niet (zoals ik wel vaak wil) van de ene op de andere dag je leven om te gooien. Maar als dit je doelen zijn, kun je je wel elke dag afvragen, welk klein stapje kan ik vandaag zetten, om deze doelen te bereiken?

Vrijheid, blijheid en betekenis. Wat betekent het voor jou? Hoe doe jij dat?

donderdag 23 augustus 2018

Wel of niet camperen?

Pieieieieieieiep.... het oorverdovende geluid start zodra de motor van de camper gestart is. Enigszins onthand kijken we om ons heen. Wat klopt er niet?De deuren zijn dicht, dus het alarm van het licht kan het niet zijn.Het trapje van de camper? Snel naar het knopje om dit in te doen, maar de piep blijft doorgaan.We controleren de ramen van ons huisje, dat helpt niet.Wat zou het nog meer kunnen zijn?Pieieieieieieiep... gaat het maar door!Een rondje om de camper om te kijken of er misschien klepjes of deurtjes zijn die niet goed dicht zijn. Geen resultaat.Deurtjes in de camper? Geen effect.Petra probeert ondertussen de radio aan te zetten en zet daarbij per ongeluk het geluid uit. Een hemelse stilte valt.


Een van de dingetjes waar we tegenaan liepen bij de start van onze vakantie met de camper. Wen-zaken. Net als dat we in het begin een keer vergaten om het trapje van het bed vast te leggen en het dus tijdens het rijden naar beneden klapte. Of het laatje van de keuken dat onderweg open schoot. Je schrikt een keer, maar het gebeurt je niet nogmaals. Het zijn leuke verhalen voor achteraf.

Waar we verder tegenaan liepen, maar wat we niet op konden lossen, was het verschrikkelijk harde matras. We konden er bijna niet op slapen. In een eigen camper zouden we dat meteen vervangen, voor een op ons aangepast matras, zonder erwt eronder.


Wat we ook lastig vonden was het verkassen. Natuurlijk niet de actie zelf, want die was juist super makkelijk en een reden om vaker te camperen. Je ontbijt lekker rustig. Je bedenkt dat je weg wilt. Je spoelt je kopjes om. De een maakt de stroom los en de ander zorgt dat binnen alles vast staat of dat het opgeborgen is. Je zwaait nog eens naar de mensen die al enige tijd bezig zijn met het opruimen van hun natte tent, of groet de mensen die aan hun zware caravan staan te sjorren en hup, je bent weg. Dus de actie zelf is top. Maar een nieuw plekje vinden vonden we lastig. We zijn dan ook wel die camperaars, die graag op een plekje staan met restaurantje, zodat je af en toe iets lekkers kan drinken op het terras. Of als je vergeten bent dat de winkels op zondag dicht zijn, dat je dan op de camping bij het restaurant kan eten. Daarnaast is het met de hitte van deze zomer ook erg prettig als je in water kan afkoelen. We hebben dus nogal wat eisen (toch weer die erwt) en dat is niet makkelijk in het hoogseizoen. Bellen naar een camping werkte soms, maar soms ook niet. Dan sprak de persoon aan de telefoon bijvoorbeeld alleen Duits en was het lastig uit te leggen wat we wilden, of het telefoonnummer werkte niet. Hier moeten we nog een oplossing voor vinden.

Het camperen had echt fijne kanten. Zoals gezegd is het heerlijk dat je zo klaar bent als je op een camping aankomt of weg wilt gaan. Waar we ook enorm van genoten was het fietsen. Die konden makkelijk mee met de camper. Het zorgt ervoor dat je niet met die enorme bus door kleine dorpjes hoeft te passen en meten, maar het bezorgt ons ook altijd een enorm gevoel van vrijheid om met de fiets te kunnen gaan. Verder was het erg leuk om met het plaatselijke openbaar vervoer te reizen. Je komt zo echt in het land.

Zijn we nou verslingerd aan het camperen? Nee, dat niet. Gaan we het vaker doen? Ja, dat zeker. Maar een vakantie in verschillende vakantiehuisjes waarbij we de fietsen meenemen lijkt ons ook erg leuk. En af en toe een bijzondere verre reis staat ook op ons verlanglijstje. 

vrijdag 27 juli 2018

Camperen

Is camperen eigenlijk een werkwoord? Ik schrijf het niet verkeerd, ik bedoel niet ‘kamperen’. Ik bedoel echt ‘camper-en’.
Wij hebben voor het eerst een echte camper gehuurd. Na een jaar uitkijken naar, maar ook opzien tegen (bijvoorbeeld achteruit de oprit van de eigenaar afrijden terwijl hij toekijkt) is het zover. We mogen hem gaan halen.
Als we de straat inrijden zien we hem al staan. Hij staat gelukkig niet op de oprit en in een parkeervak zodat we eigenlijk meteen de goede kant op kunnen wegrijden. Papierwerk: check. Maar dan het uitleg-rondje. Snel lopen we alle onderdelen van het apparaat langs. Elk deurtje, sleutelgat, hendeltje aan de buitenkant dient ergens voor. Ook binnen zitten er vele hendeltjes en knopjes die een functie hebben. We hebben op beurzen toch zat campers van binnen gezien, maar al dit knoppenwerk is me nooit eerder opgevallen. Snel probeer ik alle uitleg op te slaan en een plekje te geven in de laatjes in mijn hersenen. Hopelijk gooi ik straks geen dingen door elkaar
Rijden werkt in weze net zoals een auto, dus dat moet goed komen. Je moet alleen niet vergeten dat je een stuk langer bent, dat je hoger zit, dat je zachtjes over hobbeltjes moet rijden in verband met de inventaris, dat je van alles hoort rammelen als je rijdt, dat je hele goede vering hebt en dus alle kanten op veert, dat je als je een bocht omgaat de auto schuin voelt hangen en het gevoel hebt dat je omkiept, dat je een achteruitkijkspiegel hebt, maar daar niks mee kan zien. Maar verder is het net een gewone auto.
Als we eenmaal zitten zien we wat onbekende knopjes en metertjes. ‘Dit waren de wijzertjes die we gewoon zo moesten laten staan toch?’ ‘Waar waren ze ook al weer voor?’ ‘Geen idee, maar ze moesten zo staan.’ Hopelijk blijven ze dus ook zo staan, want anders weet ik het niet meer.

Aangekomen op de camping bekijken we het bedieningspaneel van de elektra, de accu’s, de leegwatertank, de volwatertank, de twaalf volt iets en nog een knopje van iets van een watertank, maar dat weet ik niet meer. Met welk knopje konden we ook al weer wat checken? Met wat boerenverstand komen we ver, maar enkele knoppen blijven mysterieus. Zo blijven we met de vraag zitten of dat twaalf volt ding nou uit moet als we rijden of niet. Ook blijven we zitten met de vraag welke van de twee accu meldingen de accu van de auto aangeeft en welke van de camper. Allemaal geen halszaak zolang het werkt zoals het moet, maar als het dat niet doet.
Op dit moment werkt alles naar behoren en kunnen we op pad. Hoe het werkwoord camperen ons bevalt hoor je later. 

donderdag 12 juli 2018

Dank je wel

Het was weer zo’n avond. Zo’n avond waarop enkele ouders op een informatieavond ongenuanceerd hun gal spuwen en dat ik als leerkracht maar netjes en professioneel moet blijven. Ik ben daar zo klaar mee! Klaar met het feit dat iedereen maar alles mag zeggen en dat je daar alleen heel netjes op moet reageren en dat je nooit eens kan zeggen ‘Stop! Ik vind dat je me nu respectloos behandelt.’


‘Je kijkt niet naar mijn kind!’
‘Je hebt er niet goed over nagedacht!’
‘Mijn kind heeft al jaren allerlei wisselingen!’
‘Zij doen altijd leuke dingen!’
‘Ik heb eens rondgevraagd en iedereen is het met me eens!’
‘Jullie hebben niet alles geprobeerd!’
Zijn zomaar wat uitspraken die ik vaker hoor. 
Wat denken die mensen wel niet? Dat ik iedere dag maar wat doe op school? Dat ik het toeval laat beslissen hoe ik met dingen omga? Dat ik iedere ochtend denk: ‘Laat ik vandaag eens zorgen dat Pietje een rotdag heeft?’
Ik ben verdorie elke dag om kwart over 7 op school en ga rond half 5 naar huis. Pauzes schieten er vaak bij in. Op mijn vrije dagen ben ik altijd nog bezig met schoolwerk, want af is het natuurlijk nooit. Elke dag probeer ik weer om de beste lessen te geven. Doe ik mijn best om weer zoveel mogelijk uit de kinderen te halen. Overweeg ik vele zaken om de beste beslissingen te nemen voor de kinderen. Denk ik na hoe ik kinderen nog verder kan krijgen. Doe ik mijn best om te zorgen dat kinderen zich prettig voelen op school, dat ze zich gezien en gehoord voelen. Wil ik als voorbeeld respectvol omgaan met kinderen en verwacht ik dat ook van hen.
Maar ouders hoeven dat blijkbaar niet.
Mijn professionele emmer is ook wel eens vol. Kunnen mensen misschien bedenken dat ik ook een mens ben? Ja, leraar, maar daarom niettemin ook een mens!

Gelukkig zijn er ook altijd ouders die tijdens een ouderavond hun mond durven open doen
om een tegen geluid te laten horen. Ouders die durven zeggen dat mensen ook vertrouwen in je mogen hebben. Ouders die aangeven dat ze wel vertrouwen in mij hebben. Aan die 

ouders wil ik zeggen: ‘Dank je wel dat je je mond durft open te doen en dat je vertrouwen in me hebt. Dank je wel voor je kritische geluid als dat nodig is. Dank je wel dat je je zorgen over je kind met me deelt. Je vertrouwt me de zorg van het belangrijkste dat je hebt toe en dat vertrouwen wil ik niet beschamen. Maar op dit soort avonden vooral, dank je wel dat je me niet alleen laat staan en voor me opkomt.’

donderdag 28 juni 2018

Niks aan

‘Ik heb niks om aan te trekken’, denk ik, terwijl ik naar mijn kledingkast staar die uitpuilt van de T-shirtjes, truien, broeken, hemdjes en nog zo wat meer. Nee, niet letterlijk dus. Ik heb genoeg liggen, maar niks van wat er ligt roept: ‘Trek mij aan!’ Niks dat me een prettig gevoel geeft.

Raar eigenlijk dat kleding je een goed gevoel kan geven. Het maakt immers niet uit hoe je er uitziet. Het gaat om de binnenkant. Zeggen we altijd. Natuurlijk zijn er situaties dat je er enigszins representatief uit moet zien. Waar de buitenkant wel een boodschap geeft. Naar school zal ik bijvoorbeeld niet snel een broek met rafels aantrekken. Maar als ik me gisteren prettig voelde in dat shirtje, waarom volstaat het dan vandaag niet? Wat is er vandaag anders dan gisteren?

Ik ga naar een feestje. Ik denk dat ik er gewoon bij wil horen. Ik wil me gewaardeerd voelen. ‘Alsof kleding daar voor kan zorgen’, schiet het door mijn hoofd. ‘Dat zal ik toch moeten laten zien door de binnenkant te showen en niet door mijn T-shirt.’

Waarom hangt mijn eigenwaarde vast aan de kleding die ik draag? Als ik al die keuze niet zou hebben en kon kiezen uit twee T-shirtjes, had ik me dan hetzelfde gevoeld? Misschien had ik dan wel gewoon het beste shirt gekozen en dat zo netjes mogelijk gemaakt. Even wassen, strijkboutje erover, pluisjesborstel gebruiken en shinen maar.

In Ghana trokken de mensen hun beste kleren aan als ze op bezoek gingen. Leerde ik daar. Ook naar het ziekenhuis. Ik mocht daar namelijk een paar dagen liggen en de dames uit mijn compound kwamen op bezoek. Te voet, een flink eind lopen, maar in hun mooiste jurken en met hun beste ‘hoofdtooien’ op, naar het ziekenhuis. Daar stonden ze een paar minuten in de deuropening van mijn kamer met me te praten, om daarna weer te gaan. Die beste kleren waren om de waardering voor mij te tonen, vertelde iemand me later. Het ging niet om hoe lang of wat je precies deed, maar dat je de moeite nam om te komen en om je dan zo goed mogelijk te kleden. 

Ik denk dat ik me daar ook wel in herken. Ik wil er graag bij horen, omdat ik de mensen van het feestje heel graag mag. Dus ik wil graag moeite voor ze doen.
Hoe minder ik dus vind, dat ik iets heb om aan te trekken, hoe meer het laat zien dat ik graag de moeite voor je doe en dat ik je enorm waardeer.

vrijdag 8 juni 2018

Op een rij

Klingeling! Met alle macht staat een leerling met de schoolbel te zwaaien om aan te geven dat de pauze voorbij is. Snel rennen alle kinderen richting de deur om daar met rood bezwete hoofden netjes per klas, in tweetallen, in de rij te gaan staan. Daar wordt gewacht tot de meester komt om je mee naar binnen te nemen. 
Deze rij is echt van vroeger en zal je nu niet veel meer zien. Maar díe rij, snap ik nog wel. Het geeft rust en zorgt dat je meer overzicht hebt.

De rijen waar je nu tegen aanloopt snap ik niet. 
Heb je zin in een lekker ijsje, omdat het zonnetje zo enorm zijn best doet, staat er een enorme rij bij de ijsboer. Allemaal te wachten tot ze een ijsje kunnen kopen. Bij het zien van de rij vergaat mij de zin.
Ook kledingwinkels zijn soms zo populair dat mensen ervoor in de rij gaan staan. Dan maar niet hoor. Ik ga wel ergens anders shoppen.
Ik heb zelfs restaurants gezien waar mensen in een lange rij tot buiten aan toe staan te wachten tot ze kunnen eten. Ik neem wel een diepvriespizza.
Of wat dacht je van de digitale wachtrijen? Wil je graag naar een populair festival, zal je op tijd klaar moeten zitten achter de computer en met veel geduld iedere keer opnieuw moeten proberen om de gewilde kaartjes te bemachtigen. En dan kan het ook gebeuren dat je voor niks op tijd klaar zat. Een dag of wat later hoef je het niet eens meer te proberen. Ik ben geneigd om het festival maar aan me voorbij te laten gaan.

Wat is dat toch? Dat mensen netjes in de rij aansluiten en gewoon wachten op zoiets. Waarom blijven de mensen staan? Het is niet dat we tegenwoordig niet voldoende keuze hebben. Kan je hier niet eten, dan ga je ergens anders eten. Kan je hier geen ijsje halen, ga je naar de supermarkt. Kan je niet naar dat festival,  ga je toch naar een ander? Wat maakt, dat iedereen nou juist daar naartoe wil, waar vele anderen ook naartoe willen?
Oké, ik beken schuld. Ook ik heb in de rij gestaan om die kaartjes voor dat ene festival of dat ene concert te kopen. Maar waarom? Dat heb ik dan niet op een rijtje.

donderdag 24 mei 2018

Niet ruim

Een beetje in paniek schieten mijn ogen door het lokaal. Schrijf een stukje met een pakkende openingszin. Het moet tijdens mijn lessen reisverhalen natuurlijk wel over reizen gaan. Verwilderd dwarrelen er allerlei reisherinnering door mijn hoofd. Waar moet ik over schrijven? Ik krijg het niet voor elkaar om een herinnering te pakken te krijgen. Toch krijg ik na even denken vat op een herinnering:

Weet je dat een Volkswagen Multivan helemaal niet ruim is? Ruim in de mogelijkheden, dat wel. Tijdens onze reis door Noorwegen hebben we het ‘multi’ van de Van ervaren.  Een veelzijdig busje om te rijden, zitten, relaxen, koken, eten en slapen. Al heeft dat laatste nogal wat voeten in de aarde.


Stel je voor 1 mvloeroppervlak met links de achterbank en rechts de voorstoelen. Voor je, bijna tegen je aan, een kook en koelelement. Het dak kan omhoog, maar aangezien het op de Noordkaap en eigenlijk in heel Noord-Noorwegen ’s avonds een graad of 4 is, laat je dat wel uit je hoofd, want anders vries je vast.
Bij het klaarmaken voor de nacht sta je samen gebogen binnen op die vierkante meter. (Samen, want het regent immers en je kan het ombouwen niet alleen.) 
Je schuift de achterbank naar voren, zodat er een bed ontstaat. 
Je rolt het opdekmatras inclusief beddengoed uit. 
Inmiddels is het vloeroppervlak teruggebracht tot 0,5 m2en terwijl jij het bed weer opmaakt, probeert de ander niet om te vallen door het duwen van jouw achterkant.
Hengelend, hang je over het bed heen en probeer je het hengsel van 1 van de tassen met kleding te bereiken, zodat je deze naar je toe kan trekken. De ander probeert nog steeds gebogen overeind te blijven staan.
Eenmaal de tas gepakt, pak je deze zo aan, dat je deze aan de ander kan geven, zodat zij de tas op 1 van de voorstoelen kan zetten.
Hierna volgt hetzelfde ritueel voor tas 2. 
Oké de voorstoelen zijn gevuld. Het bed is vrij van tassen.

Nu kunnen de schattige geblokte gordijntjes over hun stroeve koordjes dichtgeschoven worden, zodat je kan zorgen dat je je om kan kleden. 1 persoon kan dat op bed doen, de ander gebogen op het geringe vloeroppervlak dat er nog is. Ik kan je vertellen dat dit een behoorlijk acrobatische oefening is.
Mocht dit allemaal gelukt zijn, dan kruip je rillend onder je dekbed en mag je aan de nachtrust beginnen, tot je er weer uit mag. Bijvoorbeeld omdat je blaas je waarschuwt.

Het klinkt alsof de reis niet voor herhaling vatbaar was, maar ondanks de ongemakken was het de meest bijzonder reis die we ooit gemaakt hebben.