Muziek doet zo ontzettend veel. Zo heb ik in stormachtige periodes heel veel geluisterd naar de stormachtige muziek van Skunk Anansi, of luister ik 's avonds, na een drukke dag graag naar lieve liedjes zoals die van Claudia de Breij, word ik vrolijk van Nederlandstalige muziek, zoals Bløf, Guus Meeuwis of Jan Smit, maar kan ik ook echt moeten huilen van intense musicals zoals Aïda of Soldaat van Oranje.
Twee liedjes zullen er in mijn herinneringen altijd uitspringen, door de dierbare herinneringen eraan: Like the way I do van Melissa Etheridge, want daarmee kwamen we altijd in de stemming voor de feesten van de PABO en dat gaf zo'n enorme verbondenheid.
En het andere liedje is: God is a DJ van Faithless, want die stond als slotact op Pinkpop en daar stond ik tussen de enorm springende massa die helemaal uit z'n dak ging op dat liedje. Die ervaring was zo onwijs gaaf, dat ik dit liedje wel moest gebruiken voor mijn opdracht.
Zo wordt een herinnering van vroeger, een onderdeel van een te schrijven verhaal.
Kippenvel
18,..19,…20. Neuriënd en met krakende buikspieren staat ze
op van haar matje. Ze trekt haar slaapshirt aan en snuift de geur van buiten en
zon op terwijl ze tussen de lakens kruipt. Weer een heerlijke nacht zonder dat
de kinderen haar nodig zullen hebben of dat Ivo ligt te snurken. Tijd dus om te
lezen, met een muziekje erbij. Misschien was dat zorgen voor haar zus in Frankrijk zo erg
nog niet.
‘God is a DJ…’ Kippenvel, wat een onvergetelijk optreden
was dat.
Als één groep, als één mens springen we op het ritme
omhoog en dalen we weer neer. Eén massa die precies hetzelfde doet op precies
hetzelfde moment. De melodie met beat golft over het veld en het veld golft mee
met de muziek en de beat. Alles is één, alles is samen. Als ik een beat oversla
en spring als de rest daalt, zie ik het veld en de mensenmassa tegelijk
bewegen. Als een beest dat je kan vermorzelen als je niet meegaat in het ritme.
Maar wie wil hier nou niet in meegaan? Ik moet wel, de muziek dringt via mijn
oren mijn lijf in, de beat trilt door tot in mijn tenen. Ik moet bewegen, ik
moet springen, samen met de mensen op het veld. De muziek, de beat, de mensen,
het is te groot voor mijn lijf, het barst aan alle kanten uit me en maakt me heel
klein, maar onderdeel van iets heel groots, het verbindt me met de mensen, het
veld, de muziek en de avond die zacht en ongemerkt gevallen is. Ik spring en
ben gelukkig. Ik spring en laat me…
‘Trrrrrr…. ‘ hè, kan die telefoon dat appje niet gewoon
zonder de muziek te stoppen melden? Rotding!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten