Nu moet het dan maar
gebeuren. De lucht is bijna strak blauw. De temperatuur op de buitenthermometer
onder zijn dakje stijgt. Alles is droog, omdat het al een dag of wat niet
regent. En ik heb er nu tijd en de rust voor.
Gewapend met de snoeischaar
geef ik mezelf dat mentale duwtje naar buiten. De verwachte kou blijft uit
doordat de stralen van de zon mijn schouders en hoofd meteen verwarmen. Oké, zo
vervelend zal dit karweitje van nog geen minuut niet zijn dus.
De oude, gedroogde bloemen
van de Hortensia moeten eraf. Dat zegt men in ieder geval en aangezien ik
weinig planten tot bloei kan brengen, luister ik braaf naar de adviezen van
ieder ander die er verstand van lijkt te hebben.
Terwijl ik met de schaar in
de aanslag de bollen eraf wil knippen, zie ik dat de struik al vol nieuw
knoppen zit. Het voorjaar is dus al aan het ontwaken.
Als ik later op de dag met
de fiets een 'rondje buiten' maak, zie ik in een verdwaald hoekje een bosje sneeuwklokjes
bloeien. Weer een stiekem stukje voorjaar dat zich van de winter losmaakt.
Een paar kilometer verderop
zie ik op de aanstaande Tulpenvelden voorzichtige, groene sprietjes tussen het
isolerende hooi doorpiepen. Nog geen bloem of knop, maar met de groene sprietjes geeft het voorjaar toch al duidelijk aan dat het er echt wel komt.
Wat is het toch wonderlijk
dat elk jaar uit alle droge staken en de koude grond weer nieuw leven groeit.
Het ligt of zit er de hele winter, slapend en verstopt. En als er voldoende
water gevallen is en de zon zijn best doet zal het stiekem vast laten weten dat
het er echt wel is.
Onderweg warmt de zon mijn
rug, maar op andere stukken snijdt de koude wind nog dwars door mijn winterjas
heen. In de lucht en de bomen om mij heen hoor ik de vogeltjes fluitend het
voorjaar voorspellen. Het komt er aan hoor, echt waar!
Vandaag, in het zonnetje
laat ik me overtuigen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten