Als je op de hoogte wilt blijven van nieuwe blogs, dan kan je hieronder je mailadres invullen.

donderdag 28 december 2017

Als je iets echt wilt

Zit jij ook altijd verlangend te kijken naar Floortje naar het einde van de wereld? Verzuchtend dat het je heerlijk lijkt, zo weg van alles, iedereen en het drukke volle leven? Of is het voor jou juist duidelijk dat je het zo niet wilt, maar als jij mag kiezen, dan...

Wat houd je tegen? Waarom gooi je niet alles overboord en ga je gewoon niet?
Natuurlijk zal het niet makkelijk zijn en kan dat niet zomaar. Maar als je echt iets wilt, regel het dan. Laat je hart spreken en volg het. Blijf niet met bezwaren komen en uitvluchten verzinnen.
Noem maar een bezwaar en ik weerleg het.
Je familie kan niet zonder je? Willen ze dan dat je ongelukkig bent? Als ze echt van je houden respecteren ze je keuze. Als ze van je zorg afhankelijk zijn, dat is ook altijd te regelen. Dat laatste is niet makkelijk en zal een hoop hoofdbrekens kosten, maar het kan.
Je hebt geen geld? Ga sparen. Als je echt iets wilt, dan kan je daar ook geld voor apart zetten en zo dus sparen. Ga bezuinigen. Kijk wat je echt nodig hebt en waar je eigenlijk wel met minder of zonder kan. Misschien moet je het straks ook zonder datgene doen, dan kan je vast wennen.
Noem nog eens iets? Je snapt het: als je echt wilt, dan regel je het.

Toen ik in mijn voorbereidingen voor een half jaar naar Ghana zat, kwam ik ook vragen en bezwaren tegen. Ik heb er hoofdbrekens over gehad. Maar ik heb het kunnen oplossen.
De ene keer doordat er in één keer mensen om me heen bleken te zijn, die me deze keuze gunden en me steunden. Soms door mee te denken over een oplossing, soms door financiële steun.
De andere keer doordat ik voor mezelf opkwam en achter mijn keuze bleef staan. Daar was dan niet iedereen blij mee, maar het probleem was wel opgelost.
Ja, met je hart volgen vind je nieuwe vrienden en verlies je vrienden. Of blijken sommige vrienden iets minder, of juist meer vriend te zijn dan je van te voren had gedacht.

Ik heb enorm veel geleerd van het volgen van mijn hart en ben heel blij dat ik het gedaan heb. Nog steeds probeer ik goed te luisteren naar mijn hart. Zo zijn we een jaar geleden naar zee verhuisd, omdat we daar zo enorm van houden en proberen we, nu we er echt wonen, te zorgen dat we echt tijd maken om van het leven te genieten.
Ook voor deze keuze heb ik beslissingen moeten nemen waar ik anderen mee teleurstelde, of voor mijn gevoel in de steek liet. Maar als ik dat niet had gedaan, dan had ik mezelf in de steek gelaten en dat is ook niet goed. Ik had vast dingen anders kunnen doen, of andere keuzes kunnen maken. Maar op dat moment leken dit de keuzes die de juiste waren. Ik heb mijn hart gevolgd en heb daar nog geen moment spijt van gehad.

‘Ik heb één kans om mijn leven te leven,’ zegt de man die Floortje bezoekt in haar programma Floortje naar het einde van de wereld, ‘dus die kans moet ik nu grijpen.’


vrijdag 22 december 2017

Wat muziek kan doen

Leunend op de ietwat te hoge balie sta ik voor een doorzichtige plaat met een cd-hoesje ertegen. Een grote koptelefoon op, zonder dat ik nog merk dat er om me heen iets gebeurt. Mijn wijsvinger dichtbij de volumeknop die eigenlijk niet veel harder kan. Met diezelfde wijsvinger druk ik meerdere malen op de knop ‘vooruit’. De keuze is gemaakt.
Zodra mijn koptelefoon afgaat kom ik terug in de wereld met mensen om me heen, muziek in de winkel en cd’s op de rekken.
Muziek haalt de wereld even weg.
















Met mijn koptelefoon op, de muziek hard aan, loop ik door de straten. Overal zijn mensen, winkels, huizen en bomen. Nergens heb ik last van. Stoer loop ik overal tussendoor. Zeker op mijn doel af, zonder afleiding. Ik ben onaantastbaar, niks of niemand kan me raken, niets kan mij gebeuren. De tonen en melodieën bouwen een muurtje om me heen. Een stootbumper of onbreekbaar glas.
Muziek geeft me bescherming.
Samen met mijn lief in de auto, de muziek aan. Het is al donker, we zijn al even onderweg. De wereld buiten raast langs en om ons heen. Lichtjes komen en gaan. Wij zitten lekker warm binnen. Ik zing mee, dan weer hard, dan weer zacht. Soms zing ik de juiste tekst, soms dat wat ik denk te horen. Liedjes over afscheid of over laten gaan. Binnen de kortste keren lopen er tranen over mijn wangen, wordt mijn keel dichtgeknepen en lukt zingen even niet meer. Maar ook vrolijke melodietjes en liedjes over het leven, die je laten dansen op je stoel en een lach op je gezicht toveren.
Muziek laat me voelen.
Met al die mensen om me heen zit ik klem op een pluche stoel en kijk naar het podium. De mensen daar vertellen een verhaal. Ze vertellen met hun teksten, hun gebaren en hun gezicht. En nog belangrijker, met hun stem. Kwetsbare, gevoelige liedjes in een donkere ruimte met een klein lichtje op de zanger. Groots, meeslepende liedjes met volle bak licht, orkest op maximaal volume en alle mensen zingen mee. Wat er ook klinkt, mijn ogen staan gefocust op de zangers. Soms met wat druppels over mijn wangen, soms met een lach van oor tot oor, of helemaal in het liedje gekropen. Mijn hart gaat mee met wat de muziek mij vertelt.
Muziek neemt me mee.
Muziek kan zoveel met je doen. Het laat je: dansen, huilen, smelten, sterk zijn, tot rust komen, wakker worden, vrolijk zijn, verdrietig worden, voelen, je gevoel versterken

Wat doet muziek met jou?


vrijdag 15 december 2017

Dat natte witte goedje

‘Juf het gaat sneeuwen vandaag zeggen ze!’
‘Ja’, verzucht ik. ‘Sneeuw, leuk!’ Maar niet op school.
Het begint er al mee dat de blik op die dag vooral naar het raam gericht is. Je zou zeggen dat ik mijn lessen dan boeiender moet maken, maar niks kan op tegen sneeuw. Dat witte, natte goedje dat soms goed plakt en blijft liggen.
Als de eerste vlokjes door de lucht lijken te waaien schieten de kreten door de klas: ‘Het sneeuwt!’ En weg is de aandacht. ‘Zou het blijven liggen?’ Aangezien het de eerste vlokjes zijn is dat nog niet te zien, dus blijft de blik afdwalen naar het raam en wat daarachter steeds gestager naar beneden komt. Het gras krijgt als eerste een witte waas, de weg blijft het langste vrij van vlokken. Maar ook daar komt onvermijdelijk een laagje op te liggen.
Voor de pauze maak je afspraken over het gebruik van de sneeuw. ‘Afspraken?’ ‘Ja, want anders gaat het zeker weten fout.’ Al weet ik dat als ik afspraken maak, het toch fout gaat. ‘Wat kan er nou fout gaan met sneeuw?’ Niks gevaarlijks hoor, maar wel veel communicatiefouten en de daaruit voortvloeiende ruzies: sneeuwballen gooien op de plaats waar het niet mag, sneeuwballen gooien waar het mag en dan snel naar de plaats gaan waar je niet mag gooien, onverwachte inpeperingen, sneeuwballen die te hard zijn, sneeuwmuren of huizen die niet als zodanig herkend worden en ruzie over van wie de sneeuw is waarmee gebouwd wordt zijn een paar voorbeelden van hoe het fout kan gaan. Als pleinwacht een pauze waar je niet naar uitkijkt.
En dat is pas als de sneeuw net ligt. Kijk je naar sneeuw van een paar dagen oud die niet meer plakt, maar wel aangevroren is, dan zorgt die voor enorme glijbanen, maar ook voor ijsballen die als sneeuwballen bedoeld waren of routes naar school en werk die spekglad zijn en je in de meest rare en onverwachte houdingen dwingen om je maar niet heel hard op de grond terecht te laten komen.
En toch. 

Ook ik raak betoverd door dat natte, witte goedje. Ook mijn blik dwaalt af naar die witte vlokjes die zachtjes wiegend naar beneden komen. Die woelig verwaaid door de wind in de lucht vliegen om ergens de grond te raken. En afhankelijk van de landingsplaats te smelten of zich aan een ander vlokje te hechten. Ook ik blijf kijken naar die steeds dikker wordende laagjes die overal op verschijnen. De ‘nu nog’ witte sneeuw licht de grijze dag iets op.

Als ik dan op die verse, nog onbelopen sneeuw mag stappen met een lekker warme jas, mijn muts op en mijn handschoenen aan, gaat ook mijn hart sneller kloppen. Dan gaan mijn ogen wat verder open om de wereld maar goed te kunnen zien. En komt dat kind in mij naar boven dat graag sneeuwballen gooit of iets bouwt van dat natte, witte goedje.

vrijdag 8 december 2017

En dan begint het pas

 ‘Juf hij loopt te duwen!’ ‘Niet waar, jij begon!’ ‘Goedemorgen jongens.’
Zodra ik de voordeur van de school om 8.20 uur open doe, begint het.
‘Juf mag ik vast iets uitdelen?’ Ik geef een duim en wijs iets aan.
‘Juf, gisteren zijn we wezen zwemmen en het was echt super leuk.’ Een glimlach en een knikje van mij.
‘Juf we gaan toch niet werken hè, vandaag?’ Weer een glimlach en een knikje.
Anderen komen enthousiast kletsend binnen en wurmen er een snel ‘goedemorgen’ tussendoor.
Een enkeling loopt stoïcijns ‘zijn route’ af. Kapstok, jas in luizenzak, tas aan de kapstok, eten in de bak, aan tafel gaan zitten. Een ‘goedemorgen’ zit nog niet in het systeem.
Sommigen komen binnen, zien mij staan en weten niet goed waar ze kijken moeten, net voor ze naar binnengaan mompelen ze een ‘goedemorgen’, of iets dat daar op lijkt.
Weer een ander is niet zo goed in ochtenden en sloft binnen. Een ‘morgen’ kan er nog net vanaf.
‘Of uw gesprek van morgen verplaatst kan worden?’ ‘Ik zal even kijken, donderdag drie uur dan?’ ‘Prima, ik schrijf het op.’
‘Pieter, niet voetballen binnen!’
‘Jongens, blijf van elkaar af!’
‘Ja hoor, je mag de tablets uitdelen.’
‘Ja, je mag thuis je eten halen, als je goed uitkijkt.’ ‘Liever iets later terug en heel, dan niet meer terug hè.’
‘Iris is ziek.’ ‘Oh, wens haar beterschap, ik zie haar van de week wel weer verschijnen.’
‘Nee, we gaan dadelijk gewoon aan het werk.’
'Je hebt je pilletjes nog niet gehad?' 'Pak ze maar even van mijn bureau.'
‘Ja, je mag straks je opgravingen laten zien.’ ‘Als we eten en drinken, goed?’ 'Maar nu stop je je spulletjes nog even in je tas hè.'
‘Hoe laat moet hij ook al weer naar huis komen?’ ‘Half twaalf?’ ‘Oké, ik zet mijn wekker.’ ‘Ja, je moest je huiswerk vandaag inleveren.’ ‘En nee, je gaat het niet nu maken, want het heet niet voor niks huis-werk.’ ‘Je weet het gevolg.’
‘O, nee, niet begrijpend lezen, daar heb ik echt geen zin in.’
‘U wist niet dat ze vandaag een bakje moesten meenemen voor handvaardigheid?’ ‘Ik heb het inderdaad niet gemaild, maar ik heb het wel met de kinderen afgesproken en uitgelegd.’ ‘Het komt vast goed straks, we bedenken wel iets.’
‘Jongens, wat zei ik nou net, blijf van elkaar af, ga gewoon even op je plaats zitten!’ ‘Peter, wat zeg ik nou, spreek ik Grieks of zo?’ ‘Ga, gewoon op je plaats zitten!’
‘Erik leg je je telefoon in mijn la?’ ‘Nee, niet in je eigen la, die van mij.’ ‘Omdat dat de afspraak is.’ ‘Geen discussie!’
En als ik dan de deur van het klaslokaal dichtdoe, moet de dag nog beginnen.

vrijdag 1 december 2017

Ik maak me zorgen

Moeder en dochter, lopen zoals elke dag naar groep 6. ‘Hang je tas maar op lieverd, doe je je jas in je luizenzak?’ ‘Zo, nu je lunch nog in de koelkast.’ ‘Dag moppie, tot vanmiddag.’ ‘Ik sta bij het hek hè, dag schat.’ ‘Kus, kus.’ Nog even zwaaien. Nog een paar keer kijken en dan achteruit lopend de gang door, naar de deur terwijl dochterlief al een tijdje aan het kletsen is met haar klasgenootjes.

Voor wie was dit afscheid goed? Voor wie was deze begeleiding belangrijk? Denk je er nog wel eens bij na wat goed is voor je kind op de langere termijn? Wat kan je kind al zelf? Wat heeft je kind nodig?
‘Ja, maar ze zijn nog zo jong’, wordt dan gezegd. Klopt. Maar de boze buitenwereld vind je niet tussen de voordeur van de school en de deur van het klaslokaal. Geef je kind de kans om te leren op eigen benen te staan. Geef je kind de kans om te leren eigen keuzes te maken. Waar kan dat veiliger dan in school?

Je kunt je kind niet voor alle pijn en teleurstellingen beschermen, ook al wil je dat graag. Er komt een tijd dat je niet anders kan, dan ze loslaten. Wie beschermt ze dan tegen de pijn? Wie beschermt ze dan tegen de teleurstellingen? Zij kunnen het zelf in ieder geval niet, want ze hebben het niet geleerd. De problemen die ze dan tegenkomen zullen groter zijn, evenals de teleurstellingen. De pijn zal daardoor vele malen harder aankomen en de teleurstelling wordt bijna onoverkomelijk.
Niet voor niks hoor je de laatste tijd steeds vaker dat jongeren tussen de 20 en 30 psychisch in de problemen raken. Ze hebben niet kunnen leren hoe ze met hun leven om moeten gaan. Ze hebben niet geleerd dat de wereld niet perfect is. Ze hebben niet geleerd dat niet alles op te lossen is.

Daarom moet je ze met kleine beetjes loslaten als ze in de basisschool leeftijd zijn. Daar kunnen ze door middel van kleine problemen en tegenslagen leren hoe ze ermee om moeten gaan. Dat zal tranen opleveren en het zal je hart doen inkrimpen als je ziet dat ze pijn hebben. Maar ze leren wel en ze worden er sterk van.
Wil je dat je kind geen pijn en teleurstellingen meemaakt? Laat ze er dan juist mee in aanraking komen. Dan maak je ze gelukkig.


vrijdag 24 november 2017

Zeg maar je

Eet je peperkoek of ontbijtkoek, drink je ranja of limonade? Wat je kiest kan zomaar vertellen waar je vandaan komt.


Zo nemen we in Brabant toch graag een stukje peperkoek bij de koffie, maar vragen ze zich in Noord-Holland af, wat dat dan is. In dit geval moet ik eerlijk zijn, ik ben een keer naar de winkel gegaan en ben gaan zoeken naar peperkoek, maar dat heb ik niet gevonden. Dat wat we in Brabant peperkoek noemen, heet op elke verpakking ontbijtkoek. Een punt voor Noord-Holland dus.

Dit in tegenstelling tot de limonade. Ja, verschillende van de aanmaak smaakjes heten limonade, maar ranja is ook te vinden in de winkel. De waarheid ligt wat de ranja-limonade betreft dus in het midden.

Wat ook een  verschil is tussen Brabant en Noord-Holland is de uitspraak. Zijn we in Brabant geneigd om alles wat af te korten, wordt in Noord-Holland alles volledig en duidelijk uitgesproken. ‘Dictee is vet makkelijk bij jou juf, je zegt alles voor’, kreeg mijn Noord-Hollandse vrouw in Brabant vaak te horen. Misschien kunnen wij Brabanders daar nog iets van leren?

Een voor mij lastiger verschil is het zeggen van u of jij. In Brabant spreek je mensen die je niet goed kent aan met u. De rest van de mensen spreek je aan met je, of jij. Ook als juf werd ik als je of jij aangesproken. Soms ook als mama of oma, maar dat ter zijde. Al die benamingen gingen niet ten koste van het respect voor mij.
In Noord-Holland spreek je iedereen die ouder is dan jij aan met u. Ook als juf word je met u aangesproken. Ik kon gelukkig stapsgewijs wennen aan u. Eerst kwam ik vooral bij de Noord-Hollandse familie over de vloer en sprak ik die mensen met u aan, daarna verhuisden we pas naar Noord-Holland en werd ik ook als juf met u aangesproken.


Aan de ontbijtkoek en limonade ben ik helemaal gewend, het volledig uitspreken van woorden wordt al beter, maar die u blijft wat onwennig. Zeker omdat u niet perse met het bijbehorende respect komt. 
Laat ze dan maar jij zeggen hoor.