Als je op de hoogte wilt blijven van nieuwe blogs, dan kan je hieronder je mailadres invullen.

vrijdag 31 maart 2017

Gevoelig typje

Ik ben hooggevoelig, een high sensitive person ofterwijl een hsp.
Althans, na het lezen erover heb ik mezelf de diagnose toegedicht. Ik weet niet of normaalgesproken een arts die diagnose moet geven, maar ik voldoe aan het hele eisenplaatje.
Ik hou van stilte en rust, mooie dingen, rechtvaardigheid, bezieling, diepere zaken, ik heb een brede belangstelling. 
Ik ben creatief, plichtsgetrouw, perfectionistisch en ik leer snel. 
Ik ben me zeer bewust van mijn omgeving en kan snel inschatten of en wat ik moet doen, ik ben gevoelig voor pijn en ervaar zeer sterke emoties. 
Ik voel me zeer verantwoordelijk voor anderen en vergeet daardoor mezelf vaak en kan erg van streek raken voor een onvriendelijke of rotopmerking. 
Ik heb moeite om in mijn eigen gevoel of energie te blijven, want die van anderen komt hard binnen. Ik krijg heel veel indrukken of prikkels binnen en moet daar vaak van bijkomen. 
Ik heb niet zo'n enorm hoog gevoel van eigenwaarde.


Een overgevoelig typje of een aansteller dus volgens sommigen. En misschien soms eigenlijk ook wel volgens mezelf, al kan ik me steeds minder vaak op die zelfdestructieve gedachtes betrappen.
Ik kan me ook best voorstellen dat mensen het overgevoelig of aanstellerig vinden. Het ene moment ben je zeer enthousiast, knal je door de geluidsbarrières van de energie en ga je maar door, maar daarna ben je leeggezogen en doodop. Vooral als de situatie in een groep plaatsvindt of veel schakelen en inschatten vraagt en dus veel prikkels oplevert. Zelf denk je ook: 'Stel je niet aan en ga gewoon door.' Of je gaat ook door, want je hebt niet in de gaten dat je 'op' bent, maar achteraf krijg je het dubbel en dwars terug. Ik word ziek, heb huildagen of dat soort zaken.

Inmiddels kan ik iets beter aanvoelen of het genoeg is en probeer ik een rustmomentjes te zoeken door bijvoorbeeld even naar de wc te gaan, goed op mijn stoel met mijn voeten op de grond te gaan zitten of ik ga naar huis.


Ook met werk moet ik erg goed mijn grenzen bewaken. Als ik enthousiast ben kan ik helemaal leeggezogen raken en dan merk ik het echt niet. Onderweg naar huis merk ik ook nog niks en zit ik nog vol energie, maar zodra ik thuis binnenkom merk ik hoe moe ik ben. Het is ook de reden dat ik niet fulltime wil of kan werken.

Ik kan ook niet alle stofjes hebben, heel veel kriebelt of doet bijna pijn. Nou kan ik al helemaal niet tegen pijn, dan ben ik echt een watje. Pijn beheerst me gewoon. Maar pijn van anderen vind ik ook erg moeilijk. Ik voel het bijna zelf en voel me heel machteloos dat ik er niks aan kan doen.
Vroeger op school kon ik niet voor mezelf opkomen. Als anderen mij kwetsten, zou ik het nooit terug kunnen doen. Ik voelde me daardoor vaak machteloos, gefrustreerd en niet op mijn plek.
Ook als iemand iets vervelends tegen me zegt, komt dat heel hard binnen en kan ik me niet verweren. Ik trek me terug, want ik heb het 'fout' gedaan.


Ik heb geleerd me terug te trekken in mezelf. In een klein kamertje dat van mij is en de rest doet me dan niks. Dat wil niet zeggen dat ik me niet meer rot voel, maar het helpt een beetje.
Mezelf echt laten zien vond ik daardoor lastig en dat vind ik nog steeds. Dat kamertje is en blijft mijn veilige plek. Pas als je lang met me werkt of leeft zul je steeds meer stukjes van mij te zien krijgen, want soms kan je niet anders dan een glimpje van jezelf in dat kamertje te laten zien.
Het is ooit wel lastig, bijvoorbeeld bij een sollicitatie, want dan moet je juist wel een ècht stukje van jezelf laten zien en daar kan ik dan niet aan.


Een heel fijn en mooi ding eraan is, dat ik ook echt enorm kan genieten van alle mooie dingen om me heen. Want als je als een malle door de geluidsbarrière knalt, ervaar je alles ook ontzettend sterk. De niet fijne dingen, maar ook de fijne. Mooie bloemen, een landschap, een stiekem bloempje dat ergens onverwacht groeit, een aparte steen, muziek die overweldigd, iemand die iets aardigs zegt, de zon op mijn huid, iets lekker eten of een mooie foto al die fijne dingen komen als een knalfeestje binnen en maken me enorm blij.


woensdag 15 maart 2017

Het voorjaar barst los

Heb je het al gezien? Het voorjaar barst los!
Alle knoppen die eerst nog vast en stevig dicht zaten, laten voorzichtig hun beschermende laag een beetje los. Ze moeten ook wel, want de fris groene blaadjes zijn klaar met opgekruld wachten op de zon en de wereld.
 Ze willen eruit!
 Ze willen groeien!
 Ze willen zich uitrollen en genieten van de warme stralen, de druppels en de frisse lucht!



Overal schieten de krokussen, narcissen en winterklokjes de grond uit. Gewoon daar waar ze zin in hebben. Soms gezellig samen of in een patroon, of eigenwijs en alleen misschien met een paar tegelijk. Trots tonen ze eerst hun stevige blaadjes om niet veel later nog even verlegen hun gekleurde knoppen te laten zien om vervolgens open te barsten en te schitteren van kleur.



Volzwangere beesten laten hun jonkies los. De jonkies, naïef en vrolijk dartelen in de wei, springen rond, stoeien, krijgen op hun kop, maar gaan weer vrolijk door.

Onkruid worstelt zich tussen tegels door en groeit overal waar het de kans krijgt.

En wij, wij gaan naar buiten, genieten van de warme stralen van de zon, laten de frisse kleuren ons verfrissen, trekken onze jas nog even dicht als de wind ons toch even laat rillen, maar draaien onze hoofden naar de zon om de stralen door te laten dringen.



 Kom maar zon, kom maar wereld! Wij zijn er klaar voor!

vrijdag 10 maart 2017

Papa

Vorig jaar rond deze tijd schreef ik een blog over mijn vader. Een blog over hoe mijn vader 'het' kwijt was en dat ik mijn vader eigenlijk kwijt was.

Ik schreef het volgende:
‘Ik ga straks even langs bij mijn vader.’ ‘Ja leuk, doen we allemaal wel eens', zul je misschien denken. Maar ik ging even langs bij mijn vader die het allemaal niet meer wist. Die kwijt was wie en hoe hij ooit was. Mijn vader was eigenlijk gewoon kwijt....maar ik vind een heleboel stukjes van hem in mezelf:

Mijn vader was één van de liefste vaders van de wereld. Hij had altijd aandacht voor je. Niet een beetje, maar echt. Hij luisterde naar je en was echt geïnteresseerd. Hij werkte vijf dagen in de week en moest daarvoor 's ochtends vroeg van huis en was pas 's avonds thuis, maar dan was hij er wel.

Mijn vader wist alles. Hij las veel en had veel gelezen. Hij had vele mensen gesproken en veel meegemaakt. Hij kende Grieks en Latijn en nog wat meer talen. Hij had een hele brede interesse. Vanuit al zijn kennis zal hij heel veel antwoorden wel hebben kunnen beredeneren. Maar voor mij wist hij alles. Als ik iets niets wist, dan vroeg ik het aan mijn vader. 'Pap, hoe zit dat?' Of: 'Pap, hoe kan dat?' Dan dacht hij even na en ging de leraar aan en vertelde hij hoe hij dat zag.

Mijn vader kon fantastisch vertellen. Vele avonden waarbij we met ons gezin aan tafel zaten en moesten wachten op het eten vertelde hij verhalen. Verhalen over Billy en Willy, twee kabouters, die allerlei reizen maakten. Geïnspireerd op In de ban van de ring, dat zeker, maar wel voor ons kinderen. We mochten ook altijd dingen aangeven die in het verhaal moesten voorkomen, of waar we naartoe zouden reizen als Billy en Willy. We hingen aan zijn lippen. Maar voorlezen was ook heerlijk. Gewoon in bed liggen en luisteren naar de verhalen die in de boeken stonden. Meestal als ik ging slapen, maar ook als ik ziek was, dat was dan heerlijk, want dan werd je even uit het rotgevoel getrokken.

Mijn vader kon heel goed zelf pizza bakken. En het leuke was, dat we dat dan samen gingen maken. Samen deeg kneden. De groenten mixen met saus. Het deeg uitrollen en het restje in reepjes snijden om van die reepjes over de pizza heen te maken, net als je bij appeltaart wel eens doet. En altijd een hoekje voor mij met iets minder groentes en iets meer deeg, want ik lustte echt niks. Pannenkoeken kon mijn vader ook heerlijk bakken. Samen het beslag maken en roeren en dan samen bakken. Eerst de ene kant gaar bakken, de pannenkoek omdraaien, kaas er op en dubbelvouwen. De lekkerste kaaspannenkoeken. En na de kaaspannenkoeken kwamen de gewone, waar we later nog stroop of bruine suiker op konden doen.
We aten niet veel thuis, dus we kookten ook meestal niet thuis. Deze dingen waren daarom een feest.

Mijn vader kon heel goed een stiekeme Sinterklaas of zwarte piet spelen. Hij had altijd stiekeme cadeautjes die in één keer ergens lagen... of met surprises geweldige gedichten en hele speurtochten door het huis om het cadeautje te pakken te krijgen.

Mijn vader kon heel goed brieven schrijven die heel correct waren, maar waarin hij toch precies de waarheid vertelde aan mensen. Ik vond ze geweldig. Voor school heeft hij ooit een hele nette brief geschreven waarin hij op hele nette en begrijpende toon vertelde dat hij het grote onzin vond hoe er met een situatie omgegaan werd. Niemand kon er iets slechts van zeggen, want hij bleef heel beleefd, maar hij vertelde toch heel duidelijk wat hij er van vond en dat hij het er echt niet mee eens was.

Mijn vader kon heel goed uitleggen over geloven en daar heel open in blijven. Hij heeft mij altijd geleerd om te kijken naar liefde en geleerd dat alle verhalen en gebruiken een goede en liefdevolle boodschap hebben. Als ik me weer eens heel erg alleen en verdrietig voelde en hij me vol rust en aandacht getroost had, vertelde hij me altijd dat er altijd iemand is die van me houdt. Dat klinkt voor sommige mensen misschien eng, maar voor mij voelde dat als een geruststelling. Ik heb door alle uitleg en verhalen geleerd om naar het goede en liefdevolle te kijken om mij heen.

Mijn vader kon goed tuinieren en wist veel over de natuur. Ik kon de dingen daarvan niet zo goed onthouden, maar de liefde voor de natuur, voor de mooie kleine dingen in de natuur, om de kleine dingen te zien heeft hij me wel bijgebracht. Samen stenen zoeken bij de rivier op vakantie en soms doorhakken om te kijken of de binnenkant nog mooier is. Mooie boomstronken die hij het liefst mee zou nemen, maar die waren te zwaar. Jaarringen tellen in een boom. Het uitleggen welke boom, bloem, struik of vogel het was. Met de verrekijker kijken naar roofvogels of mooie stukjes op een berg. Met een vogelboekje, vlinderboekje of insectenboekje kijken wat voor iets het is, wat we gezien hebben.

Mijn vader was nog zo ontzettend veel meer. Een heel klein stukje daarvan heb ik mogen meemaken en een piepklein stukje daarvan vertel ik dan weer hier.

Maar alles wat je weet, alles wat je doet, alles wat je meemaakt, alles, alles kan dus ook zomaar weer weg zijn. Gewoon, omdat je hersenen je in de steek laten, gewoon, omdat je lijf een of andere stofje wel of niet heeft, of iets niet meer doet, wat het eerst wel deed en dat maakt dat je alles kwijtraakt. Je gaat terug naar hoe je ooit begonnen bent op aarde, alleen dan met een leven vol mensen en belevenissen achter je.

Heel soms, kwam er een heel klein glimpje van wie hij was naar boven. Even je handen warmen als het heel koud was buiten, even vragen: 'En hoe is het nou met jou?' even samen zingen, net als vroeger, even... heel even maar...


En nu, nu is mijn vader er lijfelijk niet meer. Maar daarentegen zijn de goede herinneringen terug en voel ik dat hij bij me is. Ik ben mijn vader niet meer kwijt. Ik heb hem weer gevonden.