Als je op de hoogte wilt blijven van nieuwe blogs, dan kan je hieronder je mailadres invullen.

donderdag 28 juni 2018

Niks aan

‘Ik heb niks om aan te trekken’, denk ik, terwijl ik naar mijn kledingkast staar die uitpuilt van de T-shirtjes, truien, broeken, hemdjes en nog zo wat meer. Nee, niet letterlijk dus. Ik heb genoeg liggen, maar niks van wat er ligt roept: ‘Trek mij aan!’ Niks dat me een prettig gevoel geeft.

Raar eigenlijk dat kleding je een goed gevoel kan geven. Het maakt immers niet uit hoe je er uitziet. Het gaat om de binnenkant. Zeggen we altijd. Natuurlijk zijn er situaties dat je er enigszins representatief uit moet zien. Waar de buitenkant wel een boodschap geeft. Naar school zal ik bijvoorbeeld niet snel een broek met rafels aantrekken. Maar als ik me gisteren prettig voelde in dat shirtje, waarom volstaat het dan vandaag niet? Wat is er vandaag anders dan gisteren?

Ik ga naar een feestje. Ik denk dat ik er gewoon bij wil horen. Ik wil me gewaardeerd voelen. ‘Alsof kleding daar voor kan zorgen’, schiet het door mijn hoofd. ‘Dat zal ik toch moeten laten zien door de binnenkant te showen en niet door mijn T-shirt.’

Waarom hangt mijn eigenwaarde vast aan de kleding die ik draag? Als ik al die keuze niet zou hebben en kon kiezen uit twee T-shirtjes, had ik me dan hetzelfde gevoeld? Misschien had ik dan wel gewoon het beste shirt gekozen en dat zo netjes mogelijk gemaakt. Even wassen, strijkboutje erover, pluisjesborstel gebruiken en shinen maar.

In Ghana trokken de mensen hun beste kleren aan als ze op bezoek gingen. Leerde ik daar. Ook naar het ziekenhuis. Ik mocht daar namelijk een paar dagen liggen en de dames uit mijn compound kwamen op bezoek. Te voet, een flink eind lopen, maar in hun mooiste jurken en met hun beste ‘hoofdtooien’ op, naar het ziekenhuis. Daar stonden ze een paar minuten in de deuropening van mijn kamer met me te praten, om daarna weer te gaan. Die beste kleren waren om de waardering voor mij te tonen, vertelde iemand me later. Het ging niet om hoe lang of wat je precies deed, maar dat je de moeite nam om te komen en om je dan zo goed mogelijk te kleden. 

Ik denk dat ik me daar ook wel in herken. Ik wil er graag bij horen, omdat ik de mensen van het feestje heel graag mag. Dus ik wil graag moeite voor ze doen.
Hoe minder ik dus vind, dat ik iets heb om aan te trekken, hoe meer het laat zien dat ik graag de moeite voor je doe en dat ik je enorm waardeer.

vrijdag 8 juni 2018

Op een rij

Klingeling! Met alle macht staat een leerling met de schoolbel te zwaaien om aan te geven dat de pauze voorbij is. Snel rennen alle kinderen richting de deur om daar met rood bezwete hoofden netjes per klas, in tweetallen, in de rij te gaan staan. Daar wordt gewacht tot de meester komt om je mee naar binnen te nemen. 
Deze rij is echt van vroeger en zal je nu niet veel meer zien. Maar díe rij, snap ik nog wel. Het geeft rust en zorgt dat je meer overzicht hebt.

De rijen waar je nu tegen aanloopt snap ik niet. 
Heb je zin in een lekker ijsje, omdat het zonnetje zo enorm zijn best doet, staat er een enorme rij bij de ijsboer. Allemaal te wachten tot ze een ijsje kunnen kopen. Bij het zien van de rij vergaat mij de zin.
Ook kledingwinkels zijn soms zo populair dat mensen ervoor in de rij gaan staan. Dan maar niet hoor. Ik ga wel ergens anders shoppen.
Ik heb zelfs restaurants gezien waar mensen in een lange rij tot buiten aan toe staan te wachten tot ze kunnen eten. Ik neem wel een diepvriespizza.
Of wat dacht je van de digitale wachtrijen? Wil je graag naar een populair festival, zal je op tijd klaar moeten zitten achter de computer en met veel geduld iedere keer opnieuw moeten proberen om de gewilde kaartjes te bemachtigen. En dan kan het ook gebeuren dat je voor niks op tijd klaar zat. Een dag of wat later hoef je het niet eens meer te proberen. Ik ben geneigd om het festival maar aan me voorbij te laten gaan.

Wat is dat toch? Dat mensen netjes in de rij aansluiten en gewoon wachten op zoiets. Waarom blijven de mensen staan? Het is niet dat we tegenwoordig niet voldoende keuze hebben. Kan je hier niet eten, dan ga je ergens anders eten. Kan je hier geen ijsje halen, ga je naar de supermarkt. Kan je niet naar dat festival,  ga je toch naar een ander? Wat maakt, dat iedereen nou juist daar naartoe wil, waar vele anderen ook naartoe willen?
Oké, ik beken schuld. Ook ik heb in de rij gestaan om die kaartjes voor dat ene festival of dat ene concert te kopen. Maar waarom? Dat heb ik dan niet op een rijtje.