Als je op de hoogte wilt blijven van nieuwe blogs, dan kan je hieronder je mailadres invullen.

donderdag 27 oktober 2016

Nog één keer...


Schrijf een kort fragment waarin je personage sterk geëmotioneerd is. Je gebruikt een landschap om de emotie sterk te verbeelden. Was het eerste deel van de laatste opdracht van module 1 van mijn schrijversopleiding. 
Schrijf een scene waarin je personage een landschap/decor betreedt. Was deel 2 van de laatste opdracht voor module 1. 
Ik was nog niet klaar met de oude dame uit de eerste opdracht en wilde graag meer schrijven over Agaat die in de tijd voor het vorige stukje nog een aantal dingen wilde beleven. Dus daar zou mijn stukje over gaan:

Met een verbeten gezicht duwt ze de rollator moeizaam de duinweg op. Ze zal boven komen, ze kan dit zelf wel! De wind waait haar haren uit haar gezicht en stuurt een traan haar nek in. Godsamme, klote benen, alsof er beton in zit! Niet aan boven denken, stap voor stap. Met een woest gebaar slaat ze de hand van haar zoon weg. ‘Laat me’, bijt ze hem toe. Nog een traan waait haar nek in. Dadelijk denkt hij nog dat ik hier sta te grienen! Sjaal los. Om te stikken, zo warm is het. Het lijkt wel voorjaar, in plaats van winter. De wind waait haar jas verder open. Gelukkig een beetje verkoeling. Terwijl het zand uit de duinen haar benen striemt knijpt ze haar ogen dicht en stapt ze verbeten door naar boven waar de typische geur van de zee haar tegenmoet komt. Al hijgend snuift ze de geur diep naar binnen. Nog meer tranen kruipen uit haar ooghoeken en waaien haar nek in waar ze opgenomen worden door haar sjaal.


Bovenaan de duinweg blijft ze staan. Recht haar rug, wrijft met haar gerimpelde hand de windtranen droog en ademt nog nahijgend de zeelucht in. Het was een pittige klim, maar ze heeft het gehaald. De zee met al zijn woestheid en ruimte is in zicht.
Moeizaam start ze de afdaling. Ze trekt haar capuchon en sjaal dichter om zich heen.
Met steeds stralendere, maar tot spleetjes geknepen ogen wrikt ze haar stramme benen los, laat haar rollator achter en ploegt zwetend naar het water. De lichte waas van het zand dat over het strand wordt gewaaid, wordt door haar doorbroken. De wind waait haar jas strak tegen haar lijf. Meeuwen worstelen tegen de wind in. Wit schuim rolt over het strand en zoute spetters maken haar zicht wazig. Met haar ogen dicht haalt ze nog dieper adem en rekt zich uit. De wind spoelt door haar lijf en neemt alle frustratie, zorg en gedachten mee. Even is ze geen Agaath die versleten is, even is ze niet oud, even ìs ze gewoon.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten